Huwelijkswijding

Niemand wordt alleen geboren. Wij betreden de wereld door de barensweeën van een ander heen. Reeds dit basisgegeven geeft aan dat de mens niet bedoeld is om op zichzelf te staan. Wij hebben anderen nodig. In het samenzijn met anderen ontstaat iets wat meer is dan een optelsom van de delen. Pas in gemeenschap worden mensen vruchtbaar. Dit heeft alles te maken met wat er tussen mensen werkzaam is. Het Latijnse woord voor ‘ertussen zijn’ is interesse. Pas in de Triniteit (drievuldigheid) krijgt dit woord zijn volle lading. Christus is de geïnteresseerde. Hij leeft niet alleen tussen de Vader en de Heilige Geest, maar ook tussen ons mensen. Hij sticht het geheel van onze verbindingen, nog voor wij die zelf doorschouwd hebben. Wanneer twee mensen deze verbinding tot levensbesluit willen maken, worden zij in de echt verbonden. Het woord ‘echt’ duidt in onze taal op een werkelijkheidsgraad. De echtgenoten verhogen de werkelijkheid van hun samenzijn. Het is Christus die als ‘het heilige midden’ deze werkelijkheid tot stand brengt: ‘Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’
De wijding van het huwelijk is de uitnodiging van de levenspartners om Christus tot de geïnteresseerde in hun besluit te maken. Het huwelijk wordt daardoor meer dan een burgerlijke aangelegenheid.

Voor de huwelijkswijding in de Christengemeenschap is het geen vereiste dat je lid bent. In een aantal gesprekken met de priester wordt de bedoeling van dit sacrament duidelijk gemaakt. Na een scheiding is hertrouwen in de kerk bespreekbaar.

Een huwelijkswijding tussen partners van hetzelfde geslacht behoort niet tot de mogelijkheden. Dit hangt samen met de achtergrondgedachten van het huwelijk en de liturgie die uitsluitend gericht is op de man en de vrouw. Wel kan er een liturgisch viering worden gehouden worden. Een vaste vorm voor de zegen van een dergelijke verbinding is er niet en wordt in gesprek met een priester overlegd.

Wat er gebeurt
In de cultusruimte staat voor de traptreden naar het altaar een tafeltje met een rood kleed. Daarop een beeltenis van de herrezen Christus. Verder nog twee houten stokjes met een rood koord. Er staan stoelen klaar voor het echtpaar en voor de twee getuigen. Zij worden binnengeleid nadat de gemeente, familie en vrienden aanwezig zijn. Zoals bij andere sacramenten is ook hier de gemeente een belangrijke getuige.
De priester komt binnen en gaat achter het tafeltje staan. Hij draagt een rode talaar met daarover een lila koorhemd met rode stola en de baret. Dan zegt de priester in enige korte liturgische zinnen dat hij in naam van Christus hier voor het bruidspaar, de getuigen en de gemeente staat. De namen van het bruidspaar en de getuigen volgen, en ook de aanwezigen worden genoemd als getuige van deze heilige echtverbintenis.
Het bruidspaar en de getuigen gaan staan en de vraag naar het ja – woord volgt onmiddellijk: hebben man en vrouw in hun diepste innerlijk besloten de levensgemeenschap met de ander op zich te nemen? Na het beantwoorden wordt het woord gericht tot de getuigen. Zij hebben gezien en gehoord dat de man en de vrouw in hun verschillende gerichtheid van ziel en geest zich tot een levensgemeenschap verbonden hebben. Hun wordt opgedragen dit moment nooit te vergeten en wanneer nodig het bruidspaar bijstand te verlenen. Hierna gaan alle vier weer zitten.
Dan volgt de wisseling van de ringen. Deze worden overhandigd aan de priester, die ze op het tafeltje voor de beeltenis van Christus neerlegt. De priester schuift hun de ringen aan de vinger met begeleidende woorden. Zij symboliseren de verbintenis van de harten en de heelheid van wat gescheiden is geweest. Als eenvoudig en veelzeggend beeld voor de weg naar deze heelheid worden de twee houten stokjes samengebonden tot een kruis en deze worden het bruidspaar voorgehouden.
Nogmaals wordt het woord gericht tot ieder afzonderlijk: dat bij de man in zijn mannelijke gerichtheid, bij de vrouw in haar vrouwelijke hoedanigheid, het licht van de Opgestane moge schijnen. Er wordt gewezen op de beeltenis van Christus. Dan volgt de toespraak en tot slot wordt de zegen gegeven.