Alleen mensen kunnen spreken. Spreken betekent de eigen innerlijkheid naar buiten kunnen brengen. Het woord verbindt ons met de wereld om ons heen. Wanneer deze verbinding stokt, wanneer wij niet meer de zin der dingen vinden maar enkel nog onszelf, lopen wij vast. We verdwalen in het labyrint van onze eigen duisternis. Spreken daarentegen verheldert, kan verlichting brengen. Wat ik kan uitdrukken, klaart op.
In de taal slaan wij een brug naar de ander. Deze brug brengt ons werkelijk bij onszelf. Het sacramenteel gesprek biedt de mogelijkheid onze eigen weg onder woorden te brengen. Daardoor blijft deze weg begaanbaar.
Wat er gebeurt
Bij het sacramenteel gesprek gaat het in de Christengemeenschap niet zozeer om een schuldbelijdenis. Het is een zelfreiniging en ordening van het eigen zielenleven, waarin berouw, belijdenis en goede voornemens uitgesproken kunnen worden, maar niet noodzakelijk zijn.
Het biechtgesprek vraagt vaak om moed en kracht van het eigen ik. In een gewetensonderzoek met jezelf, heb je misschien nog de neiging je eigen falen te verdoezelen. In het sacramenteel gesprek sta je voor Christus.
Het sacramenteel gesprek vindt op eigen verzoek plaats met een priester, die daar niet persoonlijk maar in functie is en daarmee een hogere instantie vertegenwoordigt. Zo verkrijgt het gesprek een objectiverend karakter. Er wordt geen moreel oordeel geveld. De priester verleent ook geen absolutie.
Het sacramentele gesprek kan worden besloten met een cultisch deel, waarin in zeven liturgische zinnen een christelijke levensopdracht uitgesproken wordt.
Het vindt zijn sacramentele aanvulling in de mensenwijdingsdienst. Ze liggen in elkaars verlengde: wat je uit het biechtgesprek hebt meegenomen wordt in de mensenwijdingsdienst in een wijder verband geplaatst en krijgt zo levensperspectief.